Groninger Kroon Een rond 1875 ontdekt ras in Groningen. Een matig sterk groeiende boom, blijft op een zwakke onderstam te klein.
Bloeitijd is middentijds en de bloemen kunnen redelijk goed tegen nachtvorst.
Het ras is zelffertiel (zelfbestuivend), bestuiving door andere rassen is niet direct noodzakelijk.
De productiviteit is matig tot goed. Bij een te volle oogst blijven de appels te klein en zullen ze gedund moeten worden. Ook om zodoende een beurtjaar te voorkomen.
De appel kan begin oktober geplukt worden en is dan begin november voldoende rijp om het te eten.
Redelijk goed te bewaren.
De smaak van de appel is matig en licht zuur. Het heeft een vaste structuur. De appel is vooral geschikt als moesappel.